Nog vóór mijn ontdekking van mijn vrouw zijn vond ik tijdens het jutten op het Hoekse strand een rode lippenstift. Ik opende het. Half verbruikt. Ik keek erna, het fascineerde mij, ik stopte het bijna stiekem in mijn juttas. Op atelier sorteerde ik mijn vangsten en kwam ik de lippenstift weer tegen. Gebruikt, maar nog helemaal in tact. Niet aangevreten door het zoute zeewater, waarschijnlijk niet eens in zee geweest. De lippenstift probeerde me te verleiden. Alsof ze riep: ‘Doe me op je lippen!’. Maar ik durfde het niet.
Ik zette het in de keuken, op het plankje bij de kopjes. Ik vertelde mijn ateliergenoegen dat ze het konden gebruiken als ze het nodig hadden want ik had het in ieder geval niet nodig natuurlijk. Geen duidelijke reactie, het was meer iets waarmee ik zelf stoeide al had ik dat toen nog niet door. In no-time was de lippenstift verdwenen. Niet door mijn lieve ateliergenoten, ik pakte het zelf een paar dagen later zelf weer van het plankje en stopte het in een plastic tas met wat andere rommeltjes. Ik wilde het niet gebruiken, maar wilde het ook niet kwijt. Mijn geheimpje, om ooit iets mee te doen..
Net als mijn eigen persoon verstopte ik het zó goed dat ik het niet meer kon vinden. Ik wist bijna zeker dat ik het van het plankje gepakt had. Een paar keer zocht ik er naar. Ik besloot dat ik me vergist had, het was meer dan twee jaar terug. Ik had het weggegooid, of een ateliergenoot was toch op mijn aanbod ingegaan en had de lippenstift van het plankje genomen en ik had me ingebeeld dat ik dat zelf gedaan had. Maar begin deze maand vond ik het terug. De lippenstift was net als mijn eerste zeemeermin een stapje dichter bij mijn ontdekking. Ik wilde een foto maken met deze lippenstift, maar wat blijkt, ik ben het weer kwijt! Waarschijnlijk in een tasje of hoekje. Niet stiekem deze keer, meer achteloos. In alle haast. Zodra ik het vind maak ik een foto van ons, en draag ik haar minimaal één dag!